Een aftandse zwarte ringband – een klapper met zo’n vreselijk mechaniek dat ieders wijsvinger wel eens te grazen heeft genomen - staat al jarenlang stof te verzamelen in mijn elpeekast. Hij stamt uit de tijd dat de Eindhovense bieb net met een fonotheekafdeling begonnen was. Een snelgroeiende berg cassettes was het resultaat. Want wat was het een feest om zomaar elpees te kunnen opnemen die natuurlijk niemand in mijn directe omgeving zélf had: mijn smaak was immers veel te buitenissig, zo matigde ik mijzelf aan.
Vraag me niet waarom, maar ik had toen de gewoonte om van al die opgenomen elpees ook zoveel mogelijk teksten en credits te verzamelen. Soms door fotokopieën te maken van binnenhoezen, soms door op een typemachine gewoon alles op a4’tjes over te tikken wat er maar te melden viel. Dat een plaat in de Townhouse Studios was opgenomen (Black Sea van XTC), dat de tenor sax door ene Eric Clark werd verzorgd (IV Rattus Norvegicus van The Stranglers) of dat de engineer op Gram Parsons album GP Hugh Davies was (samen met Ed Barton natuurlijk)… ik zou en moest het allemaal weten en bewaren voor het nageslacht. Dat er niet kwam en ook niet meer zal komen.
Alles kwam terecht in die zwarte map. Een paar dagen geleden bladerde ik er weer eens doorheen, terwijl ik luisterde naar een van de albums die daarin een plaatsje kreeg: 'Wind Tegen' van Wolverlei. Ik weet nog dat de plaat me destijds danig van mijn stuk bracht. Ik was net bezig de Engelse en Ierse folkscene te verkennen – Fairport Convention, Fotheringay, Steeleye Span, Planxty – toen Wolverlei zich presenteerde als een vaderlandse evenknie! Het album wist me feilloos mee te nemen naar middeleeuwse landschappen, naar kastelen, jonkvrouwen met zo'n sluier aan de puntmuts en naar edele ruiters op dito viervoeters die lieflijke beekjes overstaken te midden van groene heuvels. Ook de Leidse Broodsteen of de overhemdboordjes van ene Piet Leander werden bezongen ('Slappen en Stijven') terwijl het album daarnaast de nodige instrumentale juweeltjes kende. Of dat nog niet genoeg is, ook nog een prachtige bewerking van Eric Bogle’s beroemde anti-oorlogslied No Man’s Land dat bij Wolverlei ‘14-18’ heet. Geen idee wat er van de bandleden geworden is, behalve dan van Rens van der Zalm die al jarenlang de muzikale begeleider is van cabaretier Youp van ’t Hek.
Wind Tegen is een van die vergeten albums uit de Nederlandse popmuziek die je tevergeefs in de platenzaak zult zoeken. Wie hem toch wil hebben, kan terecht bij het onvolprezen Fonos.nl. Dat is een onderdeel van het Instituut voor Beeld en Geluid dat er een eer in schept om vergeten parels speciaal voor jou op een cd te zetten. Voor zo’n twintig euro plus wat verzendkosten krijg je hem thuisgestuurd. Geen geld voor een reis terug in de tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten