dinsdag 14 september 2010

The Visits 1: Pontypridd

Cardiff Central Station op een vroege zaterdagavond, september 2009. Het treintje naar Treherbert brengt ons – drie vrienden en ondergetekende die elk jaar zomaar een stad(je) in het Angelsaksische deel van Europa bezoeken - naar niets minder dan Pontypridd. Het is een introvert stadje op een mijl of twintig van de hoofdstad van Wales waar nooit iets gebeurt. Behalve vanavond dan. Want (niemand weet hoe het kan, maar het ís zo) er treden twee bands van naam op in het Muni Arts Centre. Dat willen we wel eens zien. En horen.
We komen het Americana-festivalletje op het spoor aan The Hayes in Cardiff. Daar zetelt Spillers. Het eenvoudige, maar o zo historische winkeltje wordt al jarenlang bedreigd door projectontwikkelaars met megalomane bouwplannen. Spillers claimt de oudste platenzaak van de wereld te zijn. In 1894 kon je er de eerste fonograaf kopen, nu zijn het de cd’s van The Killers, Interpol of lokale helden als The Manic Street Preachers en Huw M. En concertkaartjes dus.
Voor The Willard Grant Conspiracy en Richmond Fontaine. De moeite alleszins waard, zo lijkt het. Zeker na onze ontnuchterende ervaring, een dag eerder. Toen bezochten we – bij gebrek aan beter – een concert van… eh… tja… nou ja… ik zeg het maar gewoon… Engelbert Humperdinck. Ja, die bestaat dus nog. Een avondje camp leek ons wel leuk. We rekenden op vrouwen die spannende slipjes naar het podium zouden gooien, maar Engelbert kon niet tippen aan Tom Jones. Bosjes rode rozen aan het eind van de voorstelling, dat was het hoogst haalbare voor Engelbert.

Spillers in Cardiff: heerlijk winkeltje met liefde voor het vak.
In de trein zit een roodharig joch met sproeten, een soort van Wayne Rooney op zijn 16e, hij woont in het mysterieuze stadje. Maar waarom nemen buitenlanders – zijn we misschien Noren? – in hemelsnaam de trein naar Pontypridd? Waarbij het opvalt dat hij van de twee laatste letters een zachte slisklank maakt, als in ‘teeth’. De knul zal straks ongetwijfeld het burgermansplaatsje ontvluchten, maar nu kan hij ons gelukkig nog uitleggen waar we het Muni kunnen vinden. De weidse armgebaren doen een pittige wandeling vermoeden, maar al na vijf minuten staan we voor een schattig kerkje waarvoor Pontypridd kennelijk niet meer genoeg gelovigen in de aanbieding heeft. Ook dat nog. Omgebouwd dus maar. Tot ‘Arts Centre’.
Vooraf willen we er een simpele maaltijd gebruiken maar het restaurantje van het Muni is deze avond helemaal gereserveerd voor de muzikanten. Bij terugkeer, rond achten, blijken lieve, grijze vrouwtjes (die bij Engelbert in de zaal hadden kunnen zitten) er koffie te schenken. ‘Milk’s over there, love’. De entourage doet denken aan het patronaat uit mijn jeugd. Naar de film om de doodsaaie zondagmiddag door te komen, meestal met Laurel & Hardy, met bekertjes chocolademelk in de hand. Aandoenlijk kleinschalig allemaal. The Willard Grant Conspiracy en vooral Richmond Fontaine voelen zich er wel bij en spelen relaxed en ingetogen terwijl ze tussen de nummers door volop praten met het publiek. Dat er al even relaxed bijloopt. Want dat kan in het lang niet volgepakte zaaltje.
Het 'Muni'
Een wat kabbelende avond waarvoor de lokale jeugd niet te porren is. Die zien we na afloop in de trein terug naar Cardiff. Ondanks de kou stappen hevig opgemaakte meisjes van 17, 18 jaar in ultrakorte en flinterdunne verpleegsterpakjes en andere uniformpjes - die hier kennelijk het beeld van het uitgaansleven bepalen - de trein in. Om vier mannen van middelbare leeftijd in complete verwarring en met de nodige gène op Cardiff Central achter te laten.
Dit is deel 1 van een tweeluik. Volgende keer: Galway

1 opmerking:

  1. Spillers bestaat nog steeds. Sterker: tegen de trend in heropende het onlangs zijn deuren... Lees: http://www.express.be/sectors/nl/media/oudste-muziekwinkel-ter-wereld-heropent-deuren/130015.htm

    BeantwoordenVerwijderen