“Waar is mijn stok? Waar heb ik nou toch mijn stok?”, roept Kitty met gespeelde boosheid alsof ze Adriaan Koenen eens een goed pak rammel wil geven. Adriaan had even daarvoor gegrapt dat Kitty zich sinds december vorig jaar een hele ster voelt en daarom maar een opvallende oranje bril heeft gekocht. Toen kwam Kitty namelijk uitgebreid in beeld in een televisiereportage van de KRO over De Herbergier in Arnhem. Dat is de plek waar ik me op deze grijze dinsdagmiddag in november bevind.
De Herbergier is een kleinschalige woonleefgemeenschap voor oudere mensen met geheugenproblemen en dementie. Die wordt geleid door Adriaan Koenen en zijn vrouw Gherina van de Vuurst. Ik ben er op bezoek om een artikel over deze zorgondernemers en hun huis te schrijven in opdracht van de Kamer van Koophandel voor De Ondernemer, een maandelijkse bijlage van De Gelderlander. Zelf wonen ze onder hetzelfde dak.
De Herbergier is gevestigd in het Nieuwe Land. Dat is de straatnaam, maar die zou ook zo maar kunnen verwijzen naar de manier waarop de bewoners hier begeleid worden. De Herbergier kent geen gesloten afdelingen: tot elf uur ’s avonds kan iedereen in en uit lopen. Je mag opstaan wanneer je wilt en kunt tot één uur ontbijten. Dwangmiddelen en tot apathie leidende medicatie zijn onbekend. Huisdieren zijn er van harte welkom en zonodig laat een medewerker of vrijwilliger het hondje ook nog uit. Familieleden komen op bezoek wanneer ze willen, ze kunnen blijven slapen en mee-eten. Elke dag wordt er vers gekookt in de open keuken waar bewoners kunnen meehelpen als ze dat willen, nadat ze eerder op de dag misschien wel meegegaan zijn om de boodschappen te doen. Met alle respect voor de mensen die er ongetwijfeld ook hun stinkende best doen: kom daar maar eens om in het doorsnee verpleeghuis in Nederland.
Adriaan Koenen en Gherina van de Vuurst |
Adriaan heeft me meegenomen naar Kitty om haar ruime appartement te laten zien. We treffen haar aan achter de pc waarop ze patience zit te spelen. Ze is wat de goegemeente misschien een ‘licht geval’ zou noemen. Maar dat maakt het niet minder pijnlijk, integendeel. “Ik heb in de zorg gewerkt, en weet heel goed wat er met me aan de hand is en wat mijn voorland is.” Dat Kitty vanuit Haarlem naar Arnhem ging om te wonen in De Herbergier, zegt genoeg. Adriaan: “Haar familie wilde per se dat ze naar een niet-gesloten instelling zou gaan. Als je haar zou opsluiten zou ze doodgaan, het is echt een vrije geest. Maar zo’n instelling was daar niet te vinden. De zoekcirkel werd steeds groter tot ze in Arnhem uitkwamen.”
Ik weet wel: vanuit journalistiek oogpunt moet je een gezonde afstand bewaren tot het onderwerp waarover je schrijft en zorgen dat je kritisch vermogen intact blijft. Maar jemig, dit huis grijpt me bij de kladden. Vanaf het moment dat je hier binnenstapt voel je direct op onverklaarbare wijze dat het goed zit. Huishond Kees, een goeiige lobbes van een labrador, komt direct op me af en straalt in alles uit dat hij aangehaald wil worden. De blik ronddwalend zie ik een gezellige drukte. Er wordt gepraat, rondgelopen, gekookt, koffie gezet of gepuzzeld. Handen houden elkaar vast, een knuffel hier, een aai over de bol daar. Tijdens mijn interview met Adriaan en Gherina, niet in een steriele kantoorkamer (die is er namelijk niet!) maar in het makkelijke zitgedeelte van de gemeenschappelijke ruimte, komt een mevrouw op Adriaan af. “Hé ben je daar”, zegt hij. “Kom er maar lekker bijzitten, lieverd. Schuif aan, dan hou ik je hand vast.” Waarna hij weer rustig verder gaat met het beantwoorden van mijn vragen. Als een kleinere, tengere dame met een lief grijs koppie binnenkomt, smelt ik. Ze doet me denken aan Tante Tonnie, de liefste tante die ik ooit had en die aan het eind van haar leven ook al ging dementeren. Deze mevrouw, Yvonne, draagt een meisjespop in de armen. Ze zijn onafscheidelijk. En dan is er nog Henk. “Die heeft gewoon elke middag zijn loopje naar het café nodig voor een potje bier, anders kwijnt hij weg. Dus doen we dat.”
Mijn hemel, mocht de dementie me straks in haar greep krijgen, laat het dan alsjeblieft hier zijn.
Dit huis in Arnhem is de eerste van inmiddels vijftien Herbergiers in Nederland. De overkoepelende stichting De Drie Notenboomen mikt uiteindelijk op vijftig vestigingen. Zie www.herbergier.nl/arnhem.